Thomas Sijtsma over WK wielrennen in Rwanda: ‘Angst en repressie zijn enorm’
Verslaggever Thomas Sijtsma en fotograaf Patrick Post zijn net terug van een reportage in Rwanda, het eerste Afrikaanse land in de geschiedenis dat (in september) het WK wielrennen mag organiseren. Hun reportages verschijnen binnenkort in Trouw. Sijtsma deelt alvast kort zijn bevindingen.
Wielrennen in een Afrikaans ontwikkelingsland, is dat wel een verstandig besluit van de UCI?

Thomas Sijtsma en Patrick Post in Rwanda.
Sijtsma: “Daar kan ik geen antwoord op geven. In de basis ben ik voorstander van een WK in Afrika, maar over deze toewijzing aan Rwanda moeten we het zeker hebben. Ik denk niet dat er in het wielrennen ooit zo'n politiek geladen besluit is genomen. Dit gaat allang niet meer over sport of over de mensen in Afrika. Denk alleen al aan UCI-baas David Lappartient, die met dit evenement Afrikaanse stemmen voor het voorzitterschap van het IOC hoopt te bemachtigen. Of aan de autocraat Paul Kagame, sinds 2000 de president van Rwanda, die wil verdoezelen wat er werkelijk in zijn land gebeurt. Politieke tegenstanders en kritische journalisten worden van straat geplukt en vermoord. Net als sommige burgers, die na een tip van de buurman aan de inlichtingendienst zonder tussenkomst van de rechter kunnen worden vastgezet. De repressie is enorm, net als de angst.
We moeten voorbij onze naïviteit kijken. Volgens Congo steelt Rwanda jaarlijks een miljard euro aan goud, lithium en andere mineralen om dat vervolgens aan landen in de EU, de VS en China te verkopen. Deze wereldkampioenschappen kosten tientallen miljoenen euro's. Waarom vragen wij ons zo weinig af hoe een land, dat nauwelijks inkomsten genereert, dat kan betalen? En bovendien dikke bedragen voor sponsoring naar Arsenal, Paris Saint-Germain, Bayern München en straks ook de Formule 1 overmaakt? Kagame heeft bloed aan zijn handen en als we niet beter opletten helpen wij daar indirect aan mee.
Anneke Verbraeken, een journaliste die vaak in Rwanda kwam, zei het een paar jaar geleden treffend: 'Het beeld dat Kagame de wereld voorschotelt, is gemanipuleerd. Rwanda is als een opgepoetste oud pot. Aan de buitenkant klimt het, aan de binnenkant is het rot'.”
Wie gaan profiteren van deze wereldkampioenschappen?
Sijtsma: “Lastig is dat niemand in Rwanda vrijuit durft te spreken, ga dan maar eens mensen vinden die dat wel doen. Elke Rwandees zal zeggen dat de wereldkampioenschappen het land vooruit gaan helpen. Niet per se omdat ze dat zelf denken, maar omdat ze allemaal niet anders kunnen dan het standpunt van president Kagame te herhalen. Het rapport van Human Rights Watch over de repressie in Rwanda heet niet voor niets 'Join us or die'. Helaas is dat letterlijk het geval. In ieder geval. Die bron zei dat Kagame een masochist is. 'Dit WK is louter en alleen bedoeld om zichzelf beter op de internationale kaart te zetten. Hij geeft niks om zijn mensen.' Daarom zijn Patrick en ik al in januari naar Rwanda gegaan. We wilden dit zelf zien. In september draait de propagandamachine op volle toeren. Het minst interessant van dit wereldkampioenschap is de wedstrijd zelf.”

Kasseienbeklimming in het Land van de Duizend Heuvels, de Muur van Kigali. (Foto's Thomas Sijtsma en Patrick Post)
Hoe was de ontvangst en de medewerking en konden jullie daar goed en veilig werken?
Sijtsma: “Ze houden niet van rondsnuffelende journalisten. Laat ik het daar eerst maar bij houden.”
Zijn alle faciliteiten voor zowel de deelnemers als de media in orde, zoals medische zorg, hotels en (digitale) infrastructuur?
Sijtsma: “Daar zou ik mij geen zorgen over maken. Hotels genoeg. Bovendien zal Rwanda alles in het werk stellen om hun gasten zo goed mogelijk te behandelen. Journalisten en teams gaan niks tekortkomen, zolang ze maar over de sport schrijven.”
Hoe is het parcours in het land van de duizend heuvels en voor welk type coureur is dat het meest geschikt?
Sijtsma: “Geen weg in Kigali, de hoofdstad, is vlak. Alles loopt op en af. Rwanda wordt niet voor niets de Land van de duizend heuvels genoemd. We hebben een rondje over het parcours gemaakt en ik denk dat maar een heel klein groepje renners hier uit de voeten kan. Bij de mannen Pogacar en Evenepoel gaan zien. Bij de vrouwen Vollering en Niewiadoma.”

Thomas Sijtsma inspecteert het parcours van de WK wielrennen in Rwanda, inclusief de Muur van Kigali.
Hoe is de situatie in Rwanda op het ogenblik, zeker gezien de recente spanningen aan de grens met buurland Congo?
Sijtsma: “Op het moment dat het geweld uitbrak zaten wij met enkele renners van Team Rwanda niet ver van de grens. In de training fietsten ze zelfs richting de Congolese stad Goma, zelfs toen wij aangaven dat liever niet te doen. Onderweg zagen we veel militairen en vluchtelingen. Aan alles merkten we dat ze niet opkeken van het conflict. Ze zijn het gewend dat er in Congo wordt gevochten, al decennialang. Het voordeel van de repressie van Kagame is dat er binnen de landsgrenzen relatieve veiligheid heerst. Misschien is zijn beleid ook wel de enige manier voor een land om te herstellen van een genocide.”
Tot slot: Rwanda heeft grote sportieve ambities, met onder meer de wens om een Grand Prix in de Formule 1 te gaan organiseren. Is dat haalbaar en wenselijk in een land met een gemiddeld jaarinkomen van circa 900 euro per hoofd van de bevolking?
Sijtsma: “Haalbaar? Blijkbaar. Wenselijk? Met die miljoenen is in ieder geval heel veel te doen. Dat gemiddelde inkomen geeft een vertekend beeld. Rwanda heeft een extreem rijke bovenklasse. Zonder hen wonen er vrijwel alleen maar kleine boeren die nooit geld in handen hebben gehad en dus ook niks bezitten. Ze verbouwen alleen voor eigen onderhoud. Vraag Kagame of de investeringen in sport wenselijk zijn en hij zal zeggen ja. Vraag economen of de burgers, die wel open durven te spreken, en ze zullen zeggen: absoluut niet.”