Oeuvreprijs Piet van der Klooster: ‘Ik moest echt even bijkomen’
Fotograaf Piet van der Klooster (89) geeft zijn naam aan één van de twee oeuvreprijzen die de NSP in het leven roept om de markantste mensen uit de sportjournalistiek en uit de sportfotografie te eren. De voormalig fotograaf van onder meer Het Vrije Volk, Voetbal International en Sport International vloog de hele wereld over om sportmensen als Cruijff en Pele en gebeurtenissen als het Heizeldrama en de gijzeling van Israëlische atleten in München vast te leggen.
Piet van der Klooster, naamgever aan de oeuvreprijs voor markante fotografen met een lange staat van dienst.
Wat vind je ervan naamgever te zijn van de oeuvreprijs voor fotografen?
“Ik hoorde het van mijn zoon Peter, die mij erop voorbereidde. Ik moest er echt even van bijkomen. Ik had nooit zoiets verwacht. Een hele eer, ja. Fotografie is mijn grote passie. Ik ga nooit zonder camera de deur uit. Nu nog niet. Meestal pak ik dan mijn kleine Canon DX 7, die past zo in je broek. Daarmee loop ik zo de stad (Zierikzee, GdE) in. En voor het grotere werk pak ik mijn Nikon.”
Hoe is het allemaal begonnen?
“In 1959 kwam ik in dienst van Het Vrije Volk. Eerst vooral in Dordrecht, een van de edities van die krant. Ik werkte in het begin van de Hoeksche Waard tot Gorinchem. Deed algemene dingen, maar ook sportwedstrijden, wielerrondes, voetbal, noem maar op, Een oudere collega had eigenlijk niks met sport, liep de hele dag deuntjes van Bach te fluiten in de doka. Hij vroeg me of ik sportklussen wilde overnemen. Zo ben ik Feyenoord gaan doen, heb het vertrek van de Grote Beer uit Rotterdam naar Lissabon gefotografeerd in 1963. Ja, in dat jaar ook Reinier Paping in de Elfstedentocht. Nee, niet aan de finish, maar ergens alleen in het verstilde sneeuwlandschap. Of het koud was? Verschrikkelijk! Uitgerekend die dag kregen we een lekke band; heb ik in de snerpende kou een wiel moeten verwisselen. Ik weet het nu nóg. Later, in 1965, stapte ik binnen de Arbeiderspers over naar Voetbal International. Ik was daar de eerste werknemer.”
Hoe ging je fotografisch te werk?
“Ik wilde altijd iets anders maken dan anderen. In die tijd had je helemaal nog niet zo veel concurrentie trouwens, je kon redelijk je gang gaan. Als ik nu al die fotografen zie bij de finish van een wielerwedstrijd… Nee, ik wilde altijd actie en emotie hebben en het moest onderscheidend zijn. Daar was toen trouwens ook veel ruimte voor, ook in de kranten en tijdschriften. Mooie spreads, de fotografie kreeg echt de ruimte. Moest ook wel, bij VI en later bij Sport International moest je met verrassende beelden komen. Je moest wat te verkopen hebben.”
De foto van het Heizeldrama waarmee Piet van der Klooster in 1985 de Zilveren Camera won. (Bron: Zilveren Camera)
Hoe kijk je terug op jouw loopbaan?
“Ik heb een deel van de wereldgeschiedenis meegemaakt en ben letterlijk de hele wereld overgevlogen, met collega’s als Joop Niezen, Kees Kooman en John Linse. Met Joop bel ik nog af en toe, we houden elkaar op de hoogte, ook over elkaars gezondheid. We zijn overal geweest, tot bij de Dwaze Moeders op de Plaza del May, in Colombia, de vele WK’s zoals in Duitsland en Argentinië, en voor Sport International bij vele Olympische Spelen.”
Wat vind je van de hedendaagse fotografie?
“Dan springen de namen van Pim Ras en Klaas Jan van der Weij er wel uit, en daarvoor iemand als Hans Heus ook. Pim volg ik in de PZC, Klaas Jan op Instagram. Het vak is natuurlijk wel anders geworden. Tegenwoordig schieten de fotografen met 32 beelden per seconde, drie tellen later liggen de foto’s bij de beeldredacties. Ik kom nog uit de tijd van de rolletjes en de doka, heb nooit digitaal gefotografeerd. En ik heb vele badkamers omgebouwd tot doka. Ik weet nog goed dat ik experimenteerde met een doelcamera, verbonden aan een draad die ik bediende met een voetpedaal. En later de eerste motordrive. Man, wat was ik blij met drie beelden per seconde. In mijn tijd was je nog lang niet klaar als je het stadion uitliep, zoals nu wel het geval is. Het was echt hard werken.”
Je won in 1985 de Zilveren Camera met een beeld van het Heizeldrama, je reageerde sneller op die gebeurtenissen dan je collega’s. Hoe kwam dat?
“Het is helaas geen leuk beeld, nee. Maar ik was er destijds snel bij omdat ik een eerdere stadionramp in Glasgow in 1971 volledig heb gemist. Mensen liepen toen kort voor tijd tijdens de Old Firm het stadion uit, maar gingen terug toen er gescoord werd. (Op de stadiontrappen kwamen vervolgens 66 mensen om het leven, GdE). Wij gingen na de wedstrijd het stadion uit en dachten dat er niets was gebeurd, dat hoorden we later pas. Dus toen ik in de Heizel dat stadionvak met mensen in de verdrukking zag, dacht ik: ‘Jongens, dat gaat niet goed’. Ik was de eerste fotograaf die erbij stond. De mensen stikten voor mijn ogen, vreselijk. Niemand kon iets doen.”
Een piepjonge Johan Cruijff, vastgelegd door Piet van der Klooster (© Het Vrije Violk)
Op welke foto uit je loopbaan ben je het meest trots?
“Dat is lastig natuurlijk. Ik kan ook moeilijk terugkijken, want ik heb zelf weinig meer. Het probleem is dat het copyright bij anderen ligt. Maar ik heb onder meer een foto van een piepjonge Cruijff gemaakt, dat lijkt wel ballet, met zijn armen als een danser omhoog.”
Gerard den Elt
Zie ook (achter de betaalmuur):