PREMIER PADEL AHOY

Potentie Premier Padel is er, nu nog Nederlandse toppers

Het kan niemand ontgaan zijn dat in de voorbije dagen een prestigieus en ambitieus padeltoernooi is gespeeld in Ahoy. De kranten stonden vol met belevenissen van participerende journalisten, Ziggo trad op als huiszender en de inbreng van toernooidirecteuren Rafael van der Vaart en Fatima Moreira de Melo maakte het toernooi meteen ook aantrekkelijk voor de showrubrieken in de media. Als Arjen Robben en de Uruguayaan Diego Forlán het dan ook nog eens opnemen tegen Van der Vaart en voormalig voetbalprof Niels Kokmeijer, dan weet je dat ook deze ‘legends game’ voldoende publiciteit oplevert.

Het is niet zonder reden dat publiciteitschef Tim Boersma met een tevreden gezicht een verslaggeefster van 3FM en schrijver dezes op een donderdagmiddag rondleidt langs de door glazen wanden omgeven speelvelden en ontvangt in het zogenaamde Participatiedorp van het Decathlon Premier Padel-toernooi. Daar worden de talrijke partners en hun gasten ontvangen om kennis te maken met dit waagstuk: een hoogstaand internationaal toernooi waarvoor organisator Tribe Sports drie jaar lang zijn nek uitsteekt, in de hoop in de toekomst toe te treden tot het walhalla van de grand slams in deze sport. De eerste editie trekt 36.000 bezoekers.

Marc Nipius van Tribe zegt als operationeel eindverantwoordelijke groot enthousiasme te voelen van zowel deelnemers als bezoekers. Dankzij de overeenkomst is de wereldtop verplicht in Ahoy te verschijnen. Een van de voorwaarden van Premier Padel is volgens Nipius dat de beveiliging op orde moet zijn. In de praktijk blijkt dat volgens hem niet nodig. De meeste wereldtoppers, meestal afkomstig uit Spanje of Argentinië, zijn voor de gemiddelde bezoeker volstrekt onbekend en worden dus ook door niemand lastig gevallen.

Voor de enkeling die het nog niet weet: padel is een snelgroeiende sport die de aantrekkelijke spelvormen uit het tennis en uit het squash combineert. Het is snel en spectaculair. Het aantal spelers in Nederland nadert inmiddels het half miljoen en overal duiken in woonwijken laagdrempelige padelveldjes op, net als basketvalvelden en Cruyff Courts.

De journalistieke belangstelling is volgens perschef Boersma eenvoudig te verklaren. “Heel veel journalisten vinden deze sport leuk en beoefenen het zelf. Dat scheelt.” Nagenoeg alle kranten en vooraanstaande nieuwssites zijn de afgelopen dagen in Ahoy langs geweest, evenals radio- en tv-zenders.  

Zo zijn Marijn Abbenhuis (AD) en Bart Vlietstra (Volkskrant, The Guardian) uitverkoren voor een duel samen met enkele wereldtoppers. Vlietstra werkt samen met zijn vriend Sander de Kramer aan een boek over padel, dat in november verschijnt bij uitgeverij Inside.

Uit de beknopte, wervende inhoud van het boek: “Waarom is iedereen ineens aan het padellen? Waar komt die sport vandaan? Hoe is het zo gegroeid? Hoe zien de levens van de beste spelers eruit? En waarom gaan al die (oud-)voetballers massaal 'aan de padel'? En al die BN'ers? Maar ook accountants, kraanmachinisten, vuilnismannen, modellen, boeren en miljonairs? (..) Sander de Kramer en Bart Vlietstra vroegen zich dat ook allemaal hardop af. En gingen op zoek naar de antwoorden slingerend van een villa waar James Bond nog sliep in de Mexicaanse jetsetstad Acapulco, naar Barcelona en Buenos Aires tot PSV's trainingscomplex De Herdgang in Eindhoven waar Guus Hiddink de eerste baan in Nederland liet aanleggen.”

Abbenhuis beschrijft in een reportage voor AD hoe hij als tennisser de overstap maakte naar padel. Hij vindt dat hij al een aardig balletje kan slaan, totdat hij in Ahoy kennismaakt met de wereldtoppers. “Ik vind zelf dat ik na verloop van tijd een goede speler ben geworden en zie deze ontmoeting met Vilariño en Schuck als mijn kans om eens deel uit te maken van de filmpjes van spectaculaire rally’s die mijn Instagram-algoritme beheersen. De realiteit is anders. Hoe goed een volley van mij ook voelt, Schuck slaat de bal terug alsof ik een rustig boogballetje recht op haar af heb geslagen. (..) Ik voel me een prutser, zonder dat het tempo in de rally’s veel hoger ligt dan ik gewend ben. Het komt uiteraard omdat de profs zich nog zichtbaar inhouden ook.”

Desondanks zegt Abbenhuis na afloop van de master class te begrijpen ‘waarom zoveel mensen eraan verslaafd raken. En waarom de toernooien in Nederland steeds drukker bezocht worden’.

Van échte verslaggeving van het toernooi is behoudens de wedstrijden op Ziggo nog geen sprake. De perszaal was zeker de eerste dagen vrijwel leeg, op een enkele verslaggever van een gespecialiseerde website na. Kan ook niet anders, aangezien vooralsnog sprake is van een Open Spaans/Argentijns kampioenschap. Bij de top 150 bij de mannen staat geen enkele Nederlandse naam. Maar gezien de groei en populariteit van de sport verwacht operationeel eindverantwoordelijke Nipius dat ook Nederland ooit een grote naam in de categorie Max Verstappen of Johan Cruijff zal voortbrengen. Tot die tijd is het wachten op Nederlandse toppers.

GERARD DEN ELT