Nieuws

EVENEMENT

Tour de France 2024: circa 2000 journalisten komen niets tekort

(door Robert Giebels)

Van een evenement dat in 1903 ontsproten is aan het brein van een sportjournalist en vandaag de dag wordt geleid door een oud-collega, mag je verwachten dat de organisatie de pers koestert. En inderdaad, de circa 2000 journalisten van 500 tv-stations, kranten, tijdschriften en websites werken in prima omstandigheden in de Tour de France van 2024.

Dit is mijn vierde Tour (voor de Volkskrant) en de drie edities hiervoor verliepen identiek waardoor ik ze in mijn geheugen niet allemaal uit elkaar kan halen, de ruim zestig perszalen en -tenten, de evenzovele lunches met plaatselijke specialiteiten geserveerd door de vrijwilligers van de finishplaats en de ‘persconferenties’ met de winnaar van de dag en de geletruidrager van het moment.

De perszaal in Turijn, gevestigd in het olympisch centrum in de stad. (Foto's Robert Giebels)

Wat dat laatste betreft heeft corona wel wat blijvende schade veroorzaakt, al heb ik dat van horen zeggen. Want toen ik in 2021 begon, ging het virus nog rond en waren de voorzorgsmaatregelen talrijk. Een daarvan was dat de twee mannen van de dag niet meer in persoon naar de perszaal kwamen, maar via een videoverbinding vanuit een mobiele studio naast het podium een beperkt aantal persvragen beantwoordden van journalisten in de perszaal of -tent.
Het is niet langer nodig, maar toch gaat het nog steeds zo. Praktisch voor de renners, die zo geen energie heten te verspillen, maar een, om het netjes te zeggen, aderlating voor sportjournalisten. In alle andere koersen heb ik ervaren hoeveel een uitwisseling van een blije renner achter een tafel, met belangstellende journalisten om hem of haar heen, op kan leveren.

Nu dat contact er niet meer is, vinden vaste deelnemers aan dit ‘gesprek’, zoals Jonas Vingegaard en Tadej Pogacar, het al snel mooi genoeg geweest na een ultrakort antwoord hunnerzijds op interessante, want geïnformeerde en deskundige vragen van de collega’s. Nadat hij vorig jaar twee weken in het geel door Frankrijk had gefietst was Vingegaard er wel klaar mee en noteerde ik een volledige ‘persconferentie’ van 37 seconden.

De perszaal in Bologna.

Daar staat tegenover dat eigenlijk alle andere renners wel te spreken zijn, zij het via hun woordvoerders. Een handige lijst met hun contactgegevens kwam een week voor de Tour per mail. Er is voor de schrijvende pers wat de rennersinterviews betreft wel een verschil tussen start en finish. Een afspraak is voor iedere journalist zo geregeld om een renner een-op-een te spreken voor of nadat hij het podium opgaat voor de dagelijkse ploegpresentatie. Maar als de etappe erop zit hebben winnaars en de mannen-met-een-verhaal vaak alleen oog voor tv-camera’s terwijl de verliezers zo snel mogelijk naar de ploegbus willen.

Daar, in de lange straat waar de bussen in lijn staan opgesteld, is het weer zoals het vóór corona moet zijn geweest. Renners zijn aan het uitfietsen met, in Italië, onwaarschijnlijk veel publiek en groepjes journalisten om zich heen. Na een half uurtje op de fietstrainer is er gelegenheid voor enkele vragen. Daarvoor en daarna zijn ploegleiders en andere niet-renners bij de bussen over het algemeen goed te benaderen.

Als de etappe erop zit en iedereen weer in de ploegbus is verdwenen, volgt de wandeling terug naar de perszaal. De organisatie lijkt er eer in te leggen om zo creatief mogelijk te zijn in het vinden van die ruimtes waar eindeloze rijen tafels (met daarop stekkerdozen) voor strategisch opgestelde tv’s. Wifi kost voor de hele Tour minstens 700 euro.

Het persrestaurant in Saint-Michel de Maurienne.

Sporthallen zijn het vaak, congrescentra, maar ook scholen, universiteitszalen, heel soms een kerk en op de moeilijke plekken, zoals in de bergen, is het een enorme partytent. Die staat trouwens niet vaak op de top van een berg, daar is geen ruimte, maar aan de voet van een Alpenreus. Een skilift of persbus brengt ons naar boven, maar het is een gok: ben je op tijd terug in de tent om je stukje te tikken? En om erachter te komen of Pogacar of Vingegaard het record van kortste-persconferentie-per-video wellicht nog scherper gaan stellen.
Robert Giebels, wielerverslaggever de Volkskrant