IN DE SPO(®)TLIGHT

Oranje-interland nummer 300 in aantocht voor Stanley Gontha

Nederland-Schotland op vrijdag 22 maart wordt voor Stanley Gontha (62) de driehonderdste interland die hij als fotograaf vastlegt. Sinds 1991 woonde hij nagenoeg alle interlands en grote voetbaltoernooien bij, óók als Oranje zich niet kwalificeerde. De grondlegger van fotopersbureau ProShots kijkt terug op enerverende jaren en wedstrijden.

Hoe is het allemaal begonnen?

Stanley Gontha (foto's; Stanley Gontha & Ron Baltus)

“Tja, ik had nooit gedacht dat ik nu de 300 zou aantikken. In 1991 moest ik als beginnend fotograaf eerst het hobbeltje over om een NSP-kaart te krijgen. Had nog geen kaart en ook nog geen naam. Ik was destijds 29 jaar en een keer met een fotograferende vriend mee geweest naar Ajax, langs de lijn. Mocht ik de tweede camera vasthouden. Eigenlijk bij toeval ben ik er dus ingerold. Kijk, ik wilde altijd voor mezelf werken en een eigen bedrijf beginnen, maar ook over de hele wereld reizen. Dat kwam destijds allemaal samen in de voetbalfotografie.”

Wat was jouw eerste interland?

“Nederland-Wales in Utrecht, vriendschappelijk. 4-0, als ik het mij goed herinner. Het was de uitzwaaiwedstrijd voor het EK in Zweden. Sinds 1994 heb ik alle EK’s en WK’s gedaan, ook als Nederland zich niet plaatste. En de meeste uit- en thuiswedstrijden van Oranje.”

En wat was de mooiste interland in die reeks?

“Mooiste? Ik zou zeggen: mijn beste interland. Dat was Nederland-Costa Rica op het WK 2014 in Brazilië, de kwartfinale met de penaltyreeks. Cillessen werd gewisseld voor Tim Krul. Naast me stroomde alles leeg en alle fotografen renden om achter de goal te gaan zitten, maar ik maakte om journalistieke redenen de keuze om op de middellijn te blijven zitten. Want het verhaal draaide niet meer om de penalty’s, maar om Krul! Bij winst of bij verlies! Je moet om de juiste journalistieke redenen kunnen afwijken van de standaard, het draait om de vraag hoe je je kunt onderscheiden van de anderen. Daardoor maakte ik zijn twee reddingen goed van voren. Ik ben altijd op zoek naar iets anders! Daarom loop ik ook wel eens weg als een collega van een concurrerend bureau naast me komt zitten.”

Tim Krul, Nederland - Costa Rica tijdens het WK 2014 in Brazilie (Foto: Stanley Gontha)

Weet je ook de vervelendste nog?

“Oef, dat is iets lastiger.  Ik denk dan aan Lansdowne Road, Ierland-Nederland met de enige goal van Jason McAteer, waardoor we plaatsing voor het WK in Japan en Zuid-Korea misliepen. Het kwartje viel net de andere kant op. Heb dat WK overigens wel bezocht, met dat fantastische verhaal van Guus Hiddink en het Zuid-Koreaanse elftal. Maar toch: de beleving als fotograaf is anders als Oranje niet meedoet.”

Wat is de grootste verandering in al die jaren geweest?

“Dat de techniek door de jaren heen sterk is verbeterd, maar dat het om de een of andere reden toch nog steeds een struggle is om je beeld weg te krijgen. Elke keer ben ik weer verbaasd als het gelukt is om zonder problemen mijn beelden te versturen. Een paar jaar geleden had ik het nog tijdens Estland-Nederland. Ik gaf Erik Pasman aan de overkant een seintje dat ik snel naar binnen ging om mijn beelden te versturen, zodat hij even moest opletten dat we niets misten. Het gebeurt nog steeds en regelmatig. Iedereen heeft WiFi in het stadion, zijn eigen MiFi bij zich en als ook dat niet lukt heb je altijd nog plan C. Wat dat is, vertel ik niet, maar ik heb het wel eens moeten toepassen.”

Hoeveel interlands denk je er nog aan vast te plakken?

“Ik moet tot mijn 67e, dus nog vijf jaar, als me dat gegeven is. En ik vind het af en toe wel jammer dat ik het werk nog zo leuk vind. Kijk, voetbal is mijn passie, de fotografie mijn vehikel. Was ik geen fotograaf geworden, dan misschien voetbaltrainer of spelersmakelaar. Voetbal is mijn drijfveer. Ben ook erg betrokken bij het spel. Dan zit ik in mijn eentje door de lens heen commentaar te geven, een combinatie tussen coachen en schelden.”

En trots op ProShots, neem ik aan?

“Ja, dat ben ik in 2000 begonnen, samen met Jasper Ruhe en Toin Damen als mannen van het eerste uur. Net zoals ik trots ben op mijn 300 interlands. Zonder corona zou ik al eerder aan dat aantal zijn gekomen. Laatst zaten we met een paar oudgedienden en generatiegenoten naast elkaar. Guus Dubbelman, Matty van Wijnbergen, René Bouwman, Pim Ras en ik. Een mooi stelletje.”

GERARD DEN ELT