Nieuws

Racende reïncarnatie

 

Ik hoorde laatst iemand zeggen dat Max Verstappen de Johan Cruijff van deze eeuw is. Nou moet je sporten nooit tot in detail met elkaar vergelijken – zie de zinloze polemiek over vrouwenvoetbal – maar ik snapte die uitspraak wel. Het ging namelijk over de impact die Verstappen wereldwijd heeft, wat hij voor de Formule 1 en zijn vaderland betekent. Politici zeiden vroeger niet voor niets dat er geen beter exportproduct was dan Cruijff. 

Yoeri van den Busken

Sinds Verstappen met een prettige onverstoorbaarheid in en naast zijn auto heerst, is het bon ton om op feesten en partijen iets te roepen over zijn ‘race pace’, ‘outlap’ of ‘te weinig downforce in de derde sector’. Je struikelt opeens over de pseudo-kenners. Tienduizenden Nederlanders trekken nu al drie jaar in polonaise naar Zandvoort. Insiders en succesvolgers worden meestal vanzelf weer van elkaar gescheiden op het moment dat verzadiging toeslaat. Links en rechts klinkt er al gemopper omdat het te saai zou zijn geworden; Verstappens suprematie te groot.

Ik haak niet af. Ik blijf zitten, omdat de perfectionist Verstappen mij mateloos fascineert. In de eerste plaats komt dat door zijn unieke talent. Ook is hij, net als Cruijff, in staat om bewonderenswaardig kalm te blijven in een krankzinnig circus van miljarden en machtsspelletjes. Ik kan bovendien gebiologeerd kijken naar het secondenspel in de pits en het begeleidingsteam, waardoor je je elke keer afvraagt: hoe komt het dat zij vrijwel altijd onder druk de juiste beslissing nemen en Ferrari of Mercedes niet? 

Ter lering en vermaak ging ik, als leek, eens goed zitten voor de documentaire Drive to Survive. Ik had er ronkende verhalen over gehoord en weinig sporten worden zo sensationeel in beeld gebracht als de GP’s op het allerhoogste niveau. Maar dat het uit de koker komt van Liberty had een waarschuwing moeten zijn. Dit Amerikaanse mediaconglomeraat bezit de rechten van de Formule 1 en wil het liefdeloos tot de laatste druppel uitmelken, zoals de FIFA doet met voetbal.

Het is gelijk mijn grootste bezwaar tegen dit soort series: iedereen is zich bewust van de camera’s en microfoons die overal staan en hangen. Dat leidt tot lachwekkende toneelstukjes waarin een teleurgestelde coureur met ernstig kijkende zaakwaarnemer bij papa op het familiejacht aanschuift voor een evaluatiegesprek. Zijn kans zou nog wel komen en ze moesten gewoon hard blijven werken: daar kwam het zo’n beetje op neer. Daarna prikten ze gezamenlijk in de schaal met zeefruit: mooi shot om mee af te sluiten.

Christian Horner, de inmiddels bepaald niet onomstreden teambaas van Verstappen, ontvangt de kerstman bij hem thuis op zijn landgoed in de Engelse countryside om de kijker ook het gevoel te geven dat hij en zijn Spice Girl zo lekker gewoon zijn gebleven. Met de kennis van vandaag een tikje hypocriet allemaal.

In de één-op-één-interviews worden de grootste clichés uitgesproken op een manier alsof er net een nieuwe relativiteitstheorie is geopenbaard. Elk team wil wereldkampioen worden, winnen is het enige dat telt in de Formule 1 en, de meest uitgesproken zin: ‘We have to keep pushing.’ Dat zijn teksten! 

Een docu kun je het niet eens noemen, meer een soap van een gekunstelde realiteit. Daar moet je, naar goed Amerikaans gebruik, mee scoren. En dat doe je niet met sportmensen die bovenal leven voor hun vak en zich niet willen laten gebruiken als trekpop. Het vorige seizoen – toen Verstappen niet meewerkte – spande dan ook de kroon omdat wedstrijdjes om de tiende plaats voor een schamel punt in het kampioenschap tot een soort leven-op-dood-strijd werden verheven. De teambaas van Haas, koning van het achterhoedegevecht, groeide uit tot ster van de show omdat hij zo lekker kon vloeken. En aan het eind van de laatste aflevering werd terloops gemeld dat Verstappen 19 van de 21 races had gewonnen. Oh ja, die deed ook nog mee…

Gevraagd naar zijn afwezigheid in de serie gaf hij aan dat het hem niet zint wanneer er doelbewust gespeeld wordt met de werkelijkheid. Bij het begin van het seizoen protesteerde hij tegen de wedstrijdkalender die wordt volgepropt, zoals hij eerder zijn ergernis over de GP van Las Vegas (show, geen sport) uitte. Twee weken geleden wenste hij niet mee te werken aan een gelikt pr-momentje om Horner uit de wind te zetten toen de hoogste baas van de F1 daar fluisterend om vroeg. En met betrekking tot zijn toekomst bij Red Bull laat hij duidelijk weten wat voor hem zwaarder weegt: loyaliteit, puurheid. Mooi toch, dat hij in z’n eentje al die megalomane griezels de baas is? Waar kennen we dat toch van?

In 2016 vond op Circuit de Catalunya een bijzondere ontmoeting plaats tussen twee grootheden. Johan Cruijff zei veel van zichzelf in de piepjonge debutant te herkennen. Kort daarop overleed hij. Helaas kreeg hij niet meer mee dat Verstappen anderhalve maand later, uitgerekend op diezelfde baan, zijn eerste Grand Prix won in 1:41,40. Twee keer het beroemde rugnummer van Cruijff, en dat in een sport waarin het gaat om duizendsten van seconden.

Een tijd die zo onwaarschijnlijk was, dat je inderdaad gaat geloven dat Max Verstappen de racende reïncarnatie van J.C. is.

 

Yoeri van den Busken