SCHOT VOOR DE BOEG

Een speler interviewen tijdens de wedstrijd, weer wat nieuws

Ongetwijfeld krijg ik eerdaags mails toegezonden met de mededeling dat er niks nieuws onder de zon is, maar ik keek ervan op. In een leuke basketbalwedstrijd tussen de Bucks en de Timberwolves zat daar guard Mike Conley ineens in het tweede kwart met een koptelefoon op en een microfoon voor zijn mond. Hij werd geïnterviewd tijdens een doorsnee NBA-duel, waarvan er 82 worden gespeeld voordat het echt ergens om gaat: de play-offs. Conley was even gewisseld en mocht even uitblazen, maar moest ook meteen weer aan het werk: zijn professie verkopen!

Gerard den Elt

Een nieuwtje voor mij: spelers interviewen tijdens de wedstrijd. In de rust is al belachelijk, maar wat moet je in hemelsnaam als verslaggever vragen in het tweede van vier kwarten? We moeten beter schieten, meer rebounds pakken, beter verdedigen, dat soort gemeenplaatsen komen dan los.

Natuurlijk verandert de sport en dus ook de sportverslaggeving. En soms hebben reacties van sportmensen tijdens een wedstrijd wel degelijk zin en voegen ze écht iets toe. De boordradio biedt tijdens een Grand Prix echt meerwaarde. Coureurs die klagen over de bandenslijtage, of er een druppel regen valt aan de achterzijde van het circuit, dat er een wingtip mist na de start, het biedt wezenlijk inzicht in het wedstrijdverloop en de omstandigheden.

Aangevuld met fantastische cameratechnieken maken die opmerkingen het steeds boeiender om de sport  te volgen, als het in de Formule 1 komend seizoen tenminste niet zo’n processie wordt als in de voorbije jaren. Feit is dat het kijkerspubliek weinig meer ontgaat en dat de inzichten in de diverse sporten daardoor worden vergroot. En sportliefhebbers c.q. fans willen alles zien, ervaren, meebeleven. Het verhoogt de aantrekkingskracht van de sport.

Maar zou iemand nou echt geïnteresseerd zijn in de opvatting van een speler als de tip-off nog maar enkele minuten achter de rug is? De NBA is natuurlijk vaak een voorloper, beter nog visionair geweest in de ontwikkeling van het spel en de fanbeleving. Veel innovatiever en daadkrachtiger dan de conservatieve voetbalwereld. Maar ook in de NBA zijn tegenkrachten als het om onzin gaat. 

Eén van de beruchte tegenstanders van interviews met coaches tijdens NBA-wedstrijden is de gelauwerde Gregg Popovich. De coach van San Antonio Spurs pleegt al jaren lijdelijk verzet tegen de onzininterviews na het eerste en derde kwart, een verplichting waaraan alle coaches wegens tv-contracten en dollars moeten voldoen.

Popovich houdt het altijd kort als hem de twee verplichte vragen worden gesteld, door hem gekenmerkt als ‘deze korte periode van idiotie’,  hem opgelegd door de NBA en de zendgemachtigden. In gesprek met USA Today zei hij ooit dat hij gedwongen werd vragen te beantwoorden terwijl hij op hetzelfde moment geacht werd zijn werk te doen en de Spurs naar de overwinning te coachen. Dus antwoordt hij bij voorkeur met ‘ja’, ‘nee’ of ‘geen idee’. Het interview tijdens de wedstrijd kost hem minder dan een minuut, daar waar zijn collega’s Amerikaans hoffelijk zijn en het publiek geven wat het kennelijk wil: een nietszeggende quote die vervaagt als een scheet in de wind.

"Ik heb een filosofisch meningsverschil met de NBA en ik laat dat elke keer merken”, is zijn uitleg voor het verzet.

Vervelend is wel dat alles wat in de Verenigde Staten gebeurt, vroeg of laat ook bij ons in zwang raakt. “Michael, je miste nét de laatste pijl voor die negendarter. Gelukkig heb je nog een leg te gaan. Wat ging er mis?”

Hopelijk kunnen we in de lijn van Popovich daartegen voldoende weerstand bieden. Maar of dat helpt?

GERARD DEN ELT, algemeen secretaris NSP