SCHOT VOOR DE BOEG

Onze topclubs vinden dat ze groot zijn, maar denken klein

Freek Jansen, hoofdredacteur en ervaren verslaggever van Voetbal Intenational, keek zondag in de geïmproviseerde mixed zone van De Kuip even prettig verrast op. Kun je bij FC Twente na een wedstrijd iedereen spreken die je wil? Ja, dat kan zomaar. In Enschede zijn ze de verkramping al een tijdje voorbij, nu veel andere clubs nog.

Leon ten Voorde

Als je als volger van een subtopper binnen 1.5 week op bezoek bent geweest bij PSV en Feyenoord, dan verbaas je weer over de manier van werken bij onze topclubs. Ze vinden de omgang met de media zelf vast heel professioneel, maar het is interessant-doenerij van de bovenste plank. 

Zij bepalen wie je spreekt

Als schrijvende pers ben je na een wedstrijd in Eindhoven en Rotterdam overgeleverd aan de grillen van de club. Zij bepalen welke speler er in de grote perszaal achter de microfoon gaat zitten. Een één-op-één-gesprek met een voetballer wordt door onze grootmachten gezien als een oneerbaar voorstel. Ze hebben het ooit ergens afgekeken bij de mondiale giganten en blijkbaar vinden ze dat het Nederlandse medialandschap zo overweldigend, dat je niet moet denken dat je zomaar eventjes een paar minuutjes met de linksback kunt praten. Alleen die gedachte al...

Het kan ook anders

We weten ook dat het anders kan. De omgang met wielrenners kent iedereen. De wereldsterren van de Formule1 weten niet anders en vinden het de normaalste zaak dat ze na de race naar de pers moeten. Wie niet verschijnt, krijgt zelfs een boete. Zelfs in het voetbal zien we wel degelijk dat niet iedereen denkt dat je met een vraaggesprekje meteen de wereldvrede in gevaar brengt. Zo komen de spelers van Oranje keurig in de mixed zone en bij de Champions League is het zelfs verplicht . Dan kan het opeens wel bij onze clubs, die op dat soort dagen braaf naar de pijpen dansen van de UEFA.

Van een afstand

Een normaal denkende verslaggever snapt dat er soms situaties en omstandigheden zijn dat een voetballer een keer geen trek heeft. Of moe wordt om voor de zevende keer hetzelfde verhaal te vertellen. 

Wat clubs als PSV en Feyenoord maar niet willen begrijpen is dat je door een normale relatie met de pers veel meer bereikt dan met die verkramping. Van een afstand oordeel je als journalist stukken sneller, soms ongenuanceerder ook. Hoe anders kan de insteek worden als je even met de speler hebt kunnen praten. Dan krijgt die voetballer een gezicht en kan hij zijn kant van het verhaal vertellen. 

Michel Vlap

Neem afgelopen zondag in De Kuip. Daar was Michel Vlap de grote schlemiel, nadat hij een pupillenfout had gemaakt waardoor hij buitenspel stond en FC Twente een goal afgekeurd zag worden. Dan kun je als club twee dingen doen: je laat hem via de achteruitgang wegglippen en in de bus plaats nemen. Of je zegt: Michel ga daar even staan, leg je gevoel bloot en je zult zien dat de toehoorders, kijkers, supporters en ja zelfs de zure journalisten een andere kijk krijgen, zonder daarbij de kritische blik te verliezen. Medelijden met Vlap is een groot woord, maar iedereen voelde wel een bepaalde sympathie toen hij het boetekleed aantrok. 

Bij de topclubs snappen ze dat niet. Die vinden dat ze groot zijn, maar hebben niet door hoe klein ze denken. En dat allemaal uit angst.

LEON TEN VOORDE