Nieuws

EVENEMENT EK WATERPOLO

Een zwemstadion omgetoverd tot een warm bad

 

(door LUUK BLIJBOOM)

Het is hier geen theater, zei Evangelis Doudesis donderdagavond nadat zijn ploeg zich in de halve finale van het EK waterpolo ten koste van Italië had geplaatst voor de eindstrijd. 

Soms is winnen belangrijker dan het publiek een vermakelijke wedstrijd voorschotelen, wilde de Griek er maar mee zeggen. Daar viel geen speld tussen te krijgen, al had ‘Eva’ het niet helemaal bij het rechte eind. Het Pieter van den Hoogenband zwemstadion had tijdens de Europese titelstrijd namelijk wel degelijk verrekt veel weg van een schouwburg waar acht dagen lang kon worden genoten van sport zoals sport ooit bedoeld moet zijn geweest.

Exact zeven weken had zwembond KNZB de tijd om het evenement uit de grond te stampen, nadat het Israëlische Nethanya de organisatie wegens de oorlog met Hamas terug had moeten geven. Met een aangepaste versie van het draaiboek van het EK 2012 in de hand, werd het Eindhovense stadion omgetoverd tot een warm bad. Letterlijk en figuurlijk. 

De Nederlandse en Spaanse ploegen voorafgaand aan de finale van het EK waterpolo in het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion. ANP SEM VAN DER WAL

Natuurlijk viel er links en rechts wel iets op en aan te merken. Zo werd de toch al niet ruim bemeten perstribune tijdens de halve finale bevolkt door Italiaanse reservespeelsters, waardoor er voor een aantal Nederlandse journalisten niets anders op zat dan een plekje tussen het publiek te zoeken. En als gevolg van de bescheiden catering voor de media draaide het voor vertegenwoordigers van de pers uit op een evenement waar het spreekwoordelijke broodtrommeltje onder de al even spreekwoordelijke snelbinders van de bagagedrager moest worden meegenomen. Onvolkomenheden waar slechts notoire kniesoren op letten. 

Voor het overige viel er op de voorzieningen voor de pers weinig tot niets aan te merken. Perschef Simon Keijzer, die halverwege het toernooi een avond lang telefonisch heen en weer pendelde tussen Eindhoven en het Argentijnse Mar del Plata om zich op de hoogte te stellen van de verrichtingen van zeilster Marit Bouwmeester, waakte als een cerberus over de journalisten en fotografen.                         

Bij de schrijvende media viel vooral de man-meersituatie op die Trouw tijdens de halve finale in de persruimte creëerde. Naast de vaste verslaggever Esther Scholten dook op die koude donderdagavond ook chef sport John Graat op in het bad dat hij aan het begin van dit millennium als zijn tweede huiskamer mocht beschouwen. 

Graat was in die jaren als scribent van het Eindhovens Dagblad één van het handjevol vaste volgers dat het Nederlandse zwemmen (lees: Pieter van den Hoogenband) in die jaren tot in alle uithoeken van het ondermaanse volgde. Deze keer zocht hij inspiratie voor zijn zaterdagcolumn en stak hij vanuit zijn huis de straat over om even om zich heen te kijken.  

In die opzet slaagde hij met lof. Als geen ander wist Graat te omschrijven wat vier kwarten waterpolo met een willekeurige sportverslaggever doen. 

‘Het is alsof ik naar abstracte kunst in het Stedelijk kijk. Of een hermetisch gedicht in Tijdgeest lees. Atonale muziek hoor. Een arthousemovie uit Cambodja zie. Je vóélt dat het goed is, en ergens geniet je ervan, maar begrijpen doe je de schoonheid niet. Dat is waterpolo, een hoogst onkenbare sport. "De hoogste opgave van het menselijk kennen is te begrijpen dat hij niet begrijpen kan", zei de wijsgeer Johan Cruijff.’

Het is bijna dezelfde verwondering die de verslaggevers ook dit EK ondergaan als ze speelsters van het Nederlands team voor of na een wedstrijd te woord staan. Teammanager Ineke Yperlaan is al sinds 2013 de onvervangbare schakel tussen speelsters en media, een rol die ze zes jaar daarvoor ook al bij de Nederlandse mannen vervulde. De voormalig waterpoloster, die met Oranje in 1985 Europees kampioene werd en een jaar later op de WK als tweede eindigde, kent als geen ander het belang van een goede verstandhouding tussen speelsters en journalisten. 

Geen moeite is de Amsterdamse te veel. Ook in Eindhoven droeg ze er zorg voor dat haar sport tijdens een belangrijk evenement als het EK in eigen land goed voor het voetlicht kwam. Toen een verslaggever vanwege het late aanvangstijdstip van de halve finale in problemen dreigde te komen met zijn deadline, regelde Yperlaan doodleuk dat een van de internationals op de ochtend voor die wedstrijd telefonisch een half uur beschikbaar was voor een interview zodat het verhaal tijdig tot stand kon komen.  

In de mixed zone, na afloop van de EK-duels, viel de hoge aaibaarheidsfactor van de waterpolosters ook op. Druipend van het water en met verse schrammen op het lichaam stonden de speelsters de pers uitgebreid te woord. 

Uitgerekend die instelling, zei Doudesis in Eindhoven, was het geheim achter de zesde Europese titel die zijn ploeg in de wacht sleepte. In zijn sport draait het om respect en nederigheid, zo doceerde hij. Hij was trots op het behalen van de tweede internationale hoofdprijs in een half jaar tijd, maar minstens zo voldaan als het ging over de attitude van zijn speelsters. “Nooit, maar dan ook nóóit zul je een van ons met de neus omhoog zien lopen.”

Het Pieter van den Hoogenband zwemstadion mag dan geen theater zijn, de galavoorstelling van vijftien waterpolosters en hun begeleiders was er niet minder om. Inclusief gelukkige afloop. Ook dat nog. 

LUUK BLIJBOOM