SCHOT VOOR DE BOEG

Het grote opleuken begint te jeuken

Geen idee meer wanneer de gekte is begonnen. Waren het de handballers die van een internationaal titeltoernooi af wilden uit vrees voor een flinke strop? Of was het de schaatsbond die in het enige schaatsmaffe land ter wereld geen kans zag om zonder verlies een wereldbekerwedstrijd in Thialf te houden, en dus een World Cup teruggaf aan de ISU?

Het doet er niet toe. Bonden zijn bang geworden voor financiële risico’s. En sportmarketingbureaus zijn sindsdien in een gapend gat gesprongen. Ze ‘ontzorgen’, gaan aan de slag met sportevenementen die ‘goed gepositioneerd’ moeten worden om de sponsors te kunnen behagen. Nieuw, jong en gedurfd moet het zijn, en vanzelfsprekend moet er een goede ‘fit’ zijn met de ‘doelgroep’. Heilige huisjes worden omvergetrokken, want het was toch geen wonder dat het publiek niet meer afkwam op zo’n gedateerd sporttoernooi?

In het kielzog van het beachvolleybal - wel zo’n sport die gedijt bij muziek, mode en mooie, sportieve mensen - moet tegenwoordig elke sport worden opgeleukt. En dat opleuken begint te jeuken. Want zelfs zo’n traditionele sport als het schaatsen moet eraan geloven.

Geloof me, ik heb niets tegen innovatie. Sport mag hier en daar best wat spannender en boeiender. Niets zo leuk als een avondje NBA in de VS waar 20.000 mensen een geweldige avond hebben, waar de muziek goed wordt gebruikt en spelers rustig vier stappen naar de basket mogen zetten voor een mokerdunk. Alles voor de show; laat ze in Europa en elders maar lekker affluiten na een lay-up van meer dan twee stappen.

Na een flitsende shorttrackweekend in Dordrecht - boeiend, snel en vol élan - moest ook Thialf er afgelopen weekend aan geloven. De voor het merendeels oudere toeschouwers werden getrakteerd op een lichtshow die niet bij hen past - en nooit zal passen.

Mensen vielen in Thialf van de tribune omdat ze de traptreden niet meer zagen. De NOS stond plotseling in het donker een schaatser te interviewen, omdat de lichtshow werd hervat. De Zamboni dweilde het ijs bij gebrek aan helder zicht op goed geluk. Het dimmen van alle lampen op momenten dat fotografen nog mooie beelden denken te maken, is onacceptabel, zo staat in de evaluatie.

Dat probleem werd zondagochtend duidelijk gemaakt aan organisator House of Sports tijdens beraad met fotografen. Prompt ging bij de eerstvolgende race, de 5000 meter voor vrouwen, het licht uit toen winnares Antoinette de Jong highfivend langs de boarding reed. Opnieuw balen voor de fotografen.

Zo’n spel met licht werkt wellicht nog wel in de intieme sfeer rond een ijshockey- of shorttrackbaan, maar niet in een ijsstadion met een 400-meterbaan.

Natuurlijk, het schaatsprogramma staat al tientallen jaren ter discussie, al vanaf de jaren 80 toen het schaatsgala werd geïntroduceerd. Vooral de 10.000 meter wordt bekritiseerd. Er mag in deze en ook in andere sporten best worden geëxperimenteerd. Het skiën heeft er dankzij snowboarden, halfpipe, parallelskiën en boardercross heel wat bijzondere en interessante disciplines bij gekregen.

Maar schaatsen blijft simpelweg schaatsen, twee deelnemers (m/v) die tegen elkaar rijden in een gevecht om de beste tijd. Een van de eerlijkste krachtmetingen in de sport. Nieuwigheden als de teampursuit en de mass-start hebben inmiddels een olympische status, maar daarmee zijn alle vernieuwingen wel genoemd.

Het grote gevaar is echter dat sportmarketeers denken dat ze een sport kunnen veranderen, populairder of aantrekkelijker kunnen maken. Als de innovatie niet uit de sport zelf komt, wordt het knap lastig om de goegemeente mee op sleeptouw te nemen. Laat het opleuken in Thialf een les zijn voor degenen die het wezen van de sport met lapmiddelen willen aantasten.      

 

Gerard den Elt

Secretaris NSP